Dat klopt! Maar gek genoeg komt dat hier op de website en op Facebook niet echt tot uiting in de artikeltjes en foto’s. Hoe komt dat? Dat komt omdat slechthorendheid een veel minder zichtbare beperking is dan slechtziend of blind zijn. Zeker als je, zoals wij, nog (enigszins) kunt communiceren met je oren en je stem dus niet afhankelijk bent van de Nederlandse Gebarentaal of, in het geval van mensen die doofblind zijn, tactiele gebarentaal.
Het onderwerp kwam vorige week vrijdag in het OOG en OOR huis even ter sprake, toen we het hadden over de voorbereiding op de open dag op 7 oktober (zet het in uw agenda!). Want wat willen we laten zien aan onze bezoekers? Niet alleen dat wij non-visueel prachtige dingen kunnen maken, zoals u hier zo vaak langs ziet komen, maar óók dat stuk van onze beperking waar we geen dingen mee maken waarvan men zegt: ‘Oh, wat knap dat jij dat kunt!’.
Maar eigenlijk is het nog ‘knapper’ wat we doen met onze oren: we houden ons staande in de maatschappij terwijl het (proberen te) horen en verstaan ons zo ontzettend veel energie kost. Altijd maar gokken wat de ander zegt, altijd maar om herhaling moeten vragen, altijd maar ‘sorry, ik kan u niet verstaan, want…’, altijd maar een rustig plekje op zoeken waar de akoestiek beter is, altijd maar dat eenzame gevoel als je niet mee kunt praten omdat je het niet hoort, altijd maar je rot moeten schrikken als je ineens van achter wordt voorbijgereden door een scooter/auto/vrachtwagen … en zo kunnen we nog wel even doorgaan.
Situaties die voorkomen als je slechthorend bent, maar die je nog (redelijk) op kunt vangen als je wel goed ziet. Dat geldt voor ons niet. De ‘oplossingen’ die zijn bedacht voor slechthorendheid gelden voor doofblindheid niet. Voor ons is het onmogelijk om te liplezen of gebarentaal te spreken. Op een verjaardag horen we niet dat iemand tegen ons praat, maar we zien het óók niet als de ander in onze richting kijkt of naar ons zwaait. We schrikken ons niet alleen rot als we van achteren worden ingehaald, maar ook als we iets of zelfs iemand ons passeert, want we zagen hem/haar/het niet aan komen. We kunnen een geschreven of getypte boodschap niet lezen, als iemand iets wat wij niet verstaan, even snel opschrijft of typt op z’n telefoon om het ons op die manier duidelijk te maken. Een plekje waar de akoestiek goed is, betekent niet dat voor ons de kous af is, want dan heb je altijd nog het licht waar we ook hinder van ondervinden of juist heel veel behoefte aan hebben om ons zicht nog iets te verbeteren. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Want doofblindheid werkt door in álles. Eén plus één is wel degelijk drie.
Dus nee, we maken geen mooie dingen met onze oren die we aan u kunnen laten zien hier of tijdens de open dag. Maar dat neemt niet weg dat we ons slechte gehoor en alle beperkingen en uitdagingen die dat met zich meebrengt in het dagelijks leven en het niet op kunnen vangen van de visuele beperking door het gehoor, mogen vergeten. Want dat vergeten gebeurt al snel, óók door onszelf en onze naaste omgeving. Een gesprek aangaan terwijl je op een grindpad loopt, naast een blèrende televisie zit of samen de afwas doet? Uh-no.
Naast het vergeten is er ook nog het wegwuiven (‘ja, iedereen hoort tegenwoordig een beetje slecht, toch? Hoort bij het ouder worden! Heb ik ook last van, ik hoor het niet meer als aan de andere kant van het voetbalveld naar mij roept, dus ik weet wat het is!’) Het luchtig praten over, het afzwakken van, het ontkrachten van, het niet geloven van de ernst van de beperking van horen (én zien) en het zelf voor de slechthorende invullen hoe iets is? Het doet onze beperking teniet. Het doet óns teniet. Het gevoel van serieus genomen worden is heel belangrijk. Zéker als je een beperking hebt, laat staan twee!
En het is ook lastig, want elke vorm van slechthorendheid + slechtziendheid of blindheid is anders en iedereen kan weer iets anders wél of juist niet dan een ander met dezelfde beperking. Dat maakt deze beperking ook uniek. Doofblinden zijn uniek. Stuk voor stuk. Laten we daar wat meer bij stilstaan. Laten we wat meer uiting geven aan onze struggles met ons slechte gehoor, maar ook wat nog wel gaat en hoe we geholpen kunnen worden om zo goed mogelijk te kunnen horen. Oók op de open dag zullen we hier aandacht aan besteden, zodat elke bezoeker die het OOG en OOR huis verlaat beseft waarom ons huis en ‘Gehoord en Gezien’ de naam draagt die ze dragen.