Throwback Thursday

Ruim twee jaar geleden startte het Doofblindencafé. Destijds vond het café nog in de stad Groningen plaats. Nu, anno zomer 2018, blikken we terug.

Dit artikel is afkomstig uit Raakvlak (2016, nr. 2), het ledenmagazine van Oogvereniging OOR & OOG, de participatiegroep voor doofblinden. Het artikel is geschreven door Theo Hendrikse.

Verslag Doofblindencafé in Groningen

Laura Peihak-Kwast had geen idee of het zou aanslaan; een laagdrempelige plek in Groningen waar mensen met doofblindheid bij elkaar kunnen komen. Voor allerlei groeperingen zijn die al wel bedacht, een veteranencafé, een alzheimer café, een doofblindencafé.

Door: Theo Hendrikse

Op het eind van vrijdagmorgen 4 maart hoeft ze echt niet meer te twijfelen. “Met tien mensen zijn we eigenlijk al met te veel. Maar, ik kan jullie vertellen dat we een tweede mogelijkheid hebben op een andere dag, als het bestuur van de subsidiegever dat wil betalen.” Bij deze woorden kijkt ze hoorbaar in de richting van één van de deelnemers die in het bestuur zit van stichting: Vrienden Doofblinden Noord-Nederland. Die bromt iets als, “Helft van het bestuur is al voor dus…”

Helemaal de eerste keer was het niet verteld Laura.

“Samen met Visio organiseerde ik vanuit de Oogvereniging een sport- en ontspanningsmarkt. Ik vond dat er ook iets moest komen voor doofblinden op die dag. Nou, er moesten stoelen bij kan ik je zeggen. Voor sommigen ging er een wereld open. Ik noem maar de tolkvoorziening die mensen niet kenden.

Ik heb daarna gepeild wat mensen zouden willen doen tijdens zo’n doofblindencafé: Spelletjes doen, voorlichting over bepaalde onderwerpen? Maar vaak hoorde ik: onderling contact. Je loopt tegen dezelfde dingen aan, hoe doe je boodschappen, welke hulpmiddelen zijn er voor mij.

Maar dit eerste echte officiële doofblindencafé kenmerkt zich toch voor een deel door veel informatie. Daarvoor zijn mensen uitgenodigd van Kalorama, de DGMD en, het moet gezegd, uw verslaggever had zich als lid van het bestuur zelf maar uitgenodigd.

 

Wie zijn er zoal?

Je kunt natuurlijk 30 mensen toelaten. Maar dan moet je wel heel veel discipline hebben om naar elkaar te luisteren. Hier zijn er tien mensen. Uit “stad” maar ook uit Friesland. De leeftijd varieert van 58, en zoals mijn buurvrouw, 85. Kijk dat noem ik lef, op die leeftijd.

Laura opent de morgen met een strenge aanwijzing: er praat maar één tegelijk anders verstaat niemand er nog iets van.

Mijn buurvrouw vraagt of dat ding van haar midden op tafel mag liggen, dichter bij de sprekers. Ik vertaal dat “ding” maar met soloapparatuur. Zo, nu gaat het wat beter.

De meeste mensen hebben een hoortoestel maar gebruiken deze morgen geen ringleiding. Wel zijn er twee schrijftolken voor Laura. Ze had eerder al bekend: “Een hele morgen luisteren, dan ben ik bek af, dus ik heb er voor gekozen om ook mee te lezen. Als experiment neem ik ook mijn brailleleesregel mee. Misschien kunnen we eens proberen of we die op de laptop van de schrijftolk kunnen aansluiten.

En als mensen minder horen en zien, is de enige manier om grip te krijgen op je omgeving in gezelschap, om iedereen even aan het woord te laten. Veel mensen met kinderen en kleinkinderen, veel mensen die slechter gaan zien maar gek genoeg vinden mensen het blijkbaar lastiger om dat minder worden ook over hun oren te zeggen.

En jezelf voorstellen is voor sommigen al een hele opgave want tja, wat moet je nu eigenlijk over jezelf kwijt? Voorzichtig probeert iemand: Mijn naam? Leeftijd ook? Gehuwd? Kinderen en ja kleinkinderen natuurlijk! Zo goed Laura? En Laura vind het best zo.

Ik vergelijk voor mijzelf de wereld van doofblinden en hun organisaties wel eens met een honingraat. Die is ook onderverdeeld in talloze gescheiden vakjes, ook al zit overal honing in. Ik zit vandaag in een vakje waarin gebarentaal, schrijftolken, CI-operaties en WMO-zaken voor een aantal nog onbekende begrippen zijn. Wel audiciens, braille, brillen, Visio en oorstukjes. Maar aan het slechten van de schotten tussen al deze werelden gaat gewerkt worden.

We krijgen een duidelijke presentatie over de (zoete vruchten) van het gebruik van een schrijftolk. De schrijftolk die dit voor haar rekening neemt vertelt ons ook over vingerspellen, lorm en vierhanden gebaren. Hier schakelt uw verslaggever moeiteloos van luisteraar in bemoeial om een korte uiteenzetting te geven over Haptic Communications want als we toch bezig zijn…

En dan is er Kalorama. Jolanda Uyen vertelt hoe men vanuit Kalorama mensen begeleidt. Dat leidt tot een wat weemoedige discussie over, ach ja … toen OTwee er nog was hier in het noorden. Drie kernbegrippen vallen daaruit wel op:

Korte lijnen, flexibel en ter zakenkundig. Dat was zo mooi aan OTwee en dat is wat we hier nu missen, klinkt het door in de verhalen.

Natuurlijk krijgt de pgDB ook nog een reclameblokje, met onmiddellijk discussie. Ík voel me helemaal geen patiënt, en doofblinden is ook een tikje fout. Want als je nu wel slechthorend was en nu ook slechtziend wordt is dat toch anders. Doof-doofblinden of blind doven, we verzinken bijna in een begrippenmoeras. Maar gelukkig, er zitten geen echte scherpslijpers tussen. Het geeft wel aan hoe gevoelig de diverse vakjes in de honingraat nog worden bewoond, om het zo maar even figuurlijk te zeggen. En gelukkig is de p van patiëntengroep hetzelfde als de P van participatiegroep, haalt dat voor nu even de kou uit de lucht?

De tijd vliegt en taxi’s komen altijd op andere tijden als besteld. Laura vraagt even na half twaalf het woord. “Hoe de deelnemers het vonden?” Enthousiasme alom, maar ook van diverse mensen een kanttekening dat er veel informatie over de tafel was gegaan maar daardoor wel het onderlinge contact deze morgen wat was achtergebleven. Die opmerking vond wel wat bijval.

Dat contact onderling krijgt nog een kans als de deuren officieel gesloten zijn. Dat geeft mij de gelegenheid om twee deelneemsters te strikken.

Mooi dat dit er nu is. Ik ga steeds meer dingen missen in het gewone leven, maar hier word ik begrepen en kan ik mijzelf zijn. Ik zou willen dat we in Friesland ook zoiets zouden kunnen opzetten.

Met Laura praat ik na afloop nog even na en ik stel de meest verschrikkelijke vraag, op de meest verschrikkelijke manier die mij te binnen schiet die ik kan bedenken: “Hoe voelen wij ons na deze intensieve morgen?” De vraagstelling is met een vette knipoog.

Maar het antwoord is heel serieus. “Ik voel me heerlijk omdat ik weet dat er mensen zijn die zich hier thuis voelen. Dat zit in de rustige manier van praten. Daar laad ik me mee op.”

En de toekomst, droom eens hardop? “Meer van dit soort cafés. Er is al belangstelling in Friesland. Het liefst zo laagdrempelig mogelijk en door heel Nederland. Dat kan ik natuurlijk niet allemaal zelf. Die cafés wil ik niet door de officiële instanties laten organiseren want dan denken mensen, oh ja dan moet ik zeker eerst een keukentafelgesprek of eerst een pgb aanvragen.

Mensen moeten gewoon kennis maken en hun problemen uitwisselen en als ik ze met deze cafés een beetje op weg kan helpen, dan ben ik gelukkig.”

 

Wilt u meer informatie over de participatiegroep Doofblinden van de Oogvereniging? Mail dan naar:

LinkedIn
Share