Prikkunst voor de buren

Jaap en Geertje, de buren van het OOG en OOR huis, zagen ons tijdens een open dag in 2022 bezig met de prikkunst. Naderhand kwam er, in juli, een verslag over de prachtig mooie prikkunst aan onze woonkamermuur op de site.  Geertje was direct enthousiast, want in hun huis hadden ze ook last van een slechte akoestiek. Zij vroeg ons om een kleurrijk geheel te maken van 2 bij 2 meter voor bij hen in de hal.

Toen we die vraag kregen, was het even omschakelen. Maar liefst vier vierkante meter volprikken? Hebben we daar wel zin in? Wie gaat dat trekken, wat gaan we maken, waar halen we de stof vandaan? Uiteraard namen we de opdracht wel aan. Geertje gaf ons een voorbeeld en aan de hand daarvan zijn we gaan denken in de kleuren rood, roze, oranje, geel, groen, blauw en paars. Er werden schuimrubberen akoestische panelen gekocht, duizenden spelden en overal en nergens werd stof vandaan gehaald. Om het werkbaar te houden, besloten we – na even denken en rekenen – de panelen in vierkanten te knippen van 24 bij 24 centimeter. In totaal hadden we dus 64 vierkanten! Deze moesten worden opgevuld met patronen. Hiervan hadden we er 8 nodig. Welke patronen het werden? Dat ging echt zo: ‘Noem jij iets, noem jij iets, noem jij ook eens iets? Hebben we er al 8? Ja, mooi!’ Het werden: ruiten, vlinders, harten, klavers, strepen, effen, dobbelsteenogen en bloemen. Een rij rode vierkanten, een rij groene vierkanten et cetera. Welke kleur en welk patroon waar zou komen, zouden we later beslissen.

Dat er een rij vierkanten overbleef zonder kleur, was ook al snel geen probleem meer, want dat zou een mix worden ‘van de stoffen die we nog over hadden’. Hoe we dan dat laatste vierkant, de ‘effen’ zouden opvullen? Dat zouden we later wel bedenken.

Om overzicht te creëren werden er heel veel bakken aangeschaft voor het opbergen van de al in vierkantjes geknipte stof. Zo kwam er een grote bak voor elke hoofkleur met daarin kleinere bakjes voor de tinten. Alles werd gemerkt, zodat iedereen de juiste kleur kon terugvinden. Ook de spelden werden uit gesorteerd in een enorme speldendoos, wederom op kleur gesorteerd. En op de deur van de creatieve ruimte kwam een grote tabel om kleur+patroon af te vinken als je ermee gestart was. Zo wisten we zeker dat alle 64 vierkanten op de juiste manier bekleed werden.

De patronen werden geprint en uitgeknipt en op de vierkanten gespeld. Op die manier was het voor iedereen, blind of slechtziend mogelijk, om mee te werken. Op 29 november werd er dan eindelijk begonnen. Jessyca startte met het eerste vierkant. Ondertussen gingen de vrijwilligers op de achtergrond door met het scheuren van stof in repen en het knippen van kleine vierkantjes waarmee de bakjes werden gevuld, zodat er een kleine ‘startvoorraad’ was. De eerste maanden ging het prikken langzaam, maar eenmaal in 2023 ging het hard. Jessyca, Evelyn en Laura namen de vierkanten ook mee naar huis en prikten ’s avonds heel wat stof weg. Zoals al eerder benoemd, kwam de stof overal vandaan: er werd veel gedoneerd en kasten en zolders van de bezoekers van het OOG en OOR huis werden ook geplunderd. Zo scheurde Jessyca op een avond haar oranje, gele en groene hoeslakens uit haar tienertijd aan repen en knipte ze vervolgens klein. Het duurde dan ook niet lang voordat de grote bakken uitpuilden en de kleine bakjes werden vervangen door plastic zipzakjes om ruimte te bieden aan de grote verscheidenheid aan tinten stof. Ondertussen bleef Annelie trouwens maar spelden bestellen! Er gingen namelijk zo’n 250 spelden in een vierkant (!!!).

De vierkanten die al af waren, werden opgeslagen in de badkamer van het OOG en OOR huis op speciaal door Richard gemaakte werkbladen. De stapel(s) met volle vierkanten groeiden en de stapels met lege vierkanten slonken. Om te bewonderen hoe mooi het ging worden, schikten we af en toe wat vierkanen naast elkaar op de grond. Wat een kleurenpracht, zoveel verschillende tinten bij elkaar!

De dames uit Peize speelden regelmatig voor koerier om spelden, stof en lege vierkanten bij de ander thuis te krijgen om zo in het weekend of bij ziekte, alsnog verder te kunnen werken. Zodoende kwam er in maart, toch wel eerder dan van tevoren gedacht, al een einde aan het prikken: alle vierkanten, 64 stuks, waren klaar! Op een dinsdagmiddag na de lunch, schoven we alle tafels uit de keuken en woonkamer aan elkaar. De stoelen werden eerst opzijgeschoven, zodat we langs de tafels konden lopen, maar later werden er her en der weer stoelen bijgeschoven. Waarom? Nou, om als steunpilaar te dienen voor uitstekende vierkanten. Het grote kunstwerk paste namelijk niet in zijn geheel op de tafels! Vrijwilligers gingen op stoelen staan om het kunstwerk in zijn geheel op de foto te krijgen. Op die overzichtsfoto’s konden we ook goed zien of de rangschikking van kleuren en patronen ‘mooi’ was. Na een paar rijen herschikken, werd – naar ons idee – het maximale wauw-effect bereikt. Tijd om voor de laatste keer op de foto te worden gezet!

We wisten toen nog niet wanneer Jaap en Geertje het kunstwerk op zouden gaan hangen. Om het werk goed over te brengen en ervoor te zorgen dat het in de juiste volgorde op de muur zou komen, hebben we papaiertjes genummerd met 1 – 64 en die met de overgebleven spelden in de vierkanten geprikt. Daarna werd het werk nogmaals van boven gefotgrafeerd en vervolgens per kleur in een big shopper opgeborgen en naar de buren gebracht. En toen begon het lange wachten.

Bijna een jaar later kregen we het bericht dat het kunstwerk aan de muur was opgehangen. Wauw, eindelijk kon iedereen ons harde werk gaan bewonderen! Natuurlijk hadden Jaap en Geertje het al gezien, maar zij vonden het leuk om – ook wel een beetje op ons verzoek – een officiële opening te organiseren, waarbij de dinsdaggroep en een journalist van Haren de krant aanwezig was. Op dinsdagmiddag 12 maart waren we welkom in hun woonhuis, maar niet voordat Evelyn en Jessyca een lint hadden doorgeknipt bij de voordeur. Dat gebeurde na een toespraak van Geertje met een grote schaar. Onder luid applaus liepen zij als eerste nieuwsgierig de hal in, om zich heen speurend, want waar zou het hangen? Lang zoeken hoefden zij echter niet, want het werk is niet te missen. Het hangt echt pontificaal in het trappenhuis en als je van boven naar beneden loopt is het nog indrukwekkender dan vanaf de grond gezien.

Hein Bloemink, de journalist, stelde wat vragen voor een stuk in Haren de krant en tijdens het vertellen van maakproces werd een ieders geheugen nog even opgefrist. Er kwamen anekdotes ter sprake die begonnen met ‘Oh ja, en toen …’. Jaap liet ons nog voelen wat er uiteindelijk achter de vierkanten is gezet om het tot één geheel te maken en op de wand te bevestigen. Na een twintigtal minuten keerden we terug naar het OOG en OOR huis, waar nog een groepsfoto bij de deur werd gemaakt voor in de krant en toen restte ons nog een heerlijk punt appelgebak, gebakken door Geertje als ‘proost’ op de opening.

P.s. Het laatste vierkant, nummer 64, zou gemengd  effen moeten worden volgens onze richtlijnen.   Dat ging natuurlijk niet en daarom bedachten we dat het leuk zou zijn om – net als  echte kunstenaars – onze handtekening op het werk te zetten in de vorm van een oor en oog, verwijzend naar het logo van Gehoord en Gezien.   

LinkedIn
Share